De woning aan de Tonnendijk waar Harm Harmannus Nieboer op 33-jarige leeftijd op 28 september 1944 na verraad door beulen van het beruchte kamp Erika uit Ommen, waarbij de leidinggevenden Schwier en Diepgrond, werd gemarteld en gefusilleerd.
Harm Nieboer, getrouwd met Anna van Lohuizen en vader van twee jonge kinderen, weigerde te vertellen waar zijn broer Jan Nieboer, zijn zwager Roelof van Lohuizen (beiden actief bij de verzetsgroep Stegeren) en zijn schoonvader op dat moment waren.
Hans Nieboer, voorzitter van het 4 mei comité Vroomshoop, plaatste op 4 mei 2020 een roos op het graf van zijn oom Harm Harmannus Nieboer op de begraafplaats Vroomshoop. Foto: © Erwin Heuver.
Harm Harmannus Nieboer werd in de woning van zijn schoonvader op Tonnendijk nr. 5, op 28 september 1944 langdurig gemarteld door leidinggevenden en kampwachten van kamp Erika. Vervolgens werd hij gefusilleerd.
Harm Nieboer was daar samen met zijn oudste dochtertje Anneke. Zijn echtgenote Anna van Lohuizen bevond zich in het ziekenhuis in Almelo in verband met de bevalling van de tweede dochter, die Harma werd genoemd.
Voor verdere bijzonderheden over deze fusillade wordt verwezen naar het boek “Kamp Erika en kamp Erica” van Wim Grootenhuis van uitgeverij Heijink, Hardenberg: ISBN 9789463678636.
Harm Nieboer bezat een expeditiebedrijf, dat na de oorlog door zijn broer Jan Nieboer is overgenomen.