Hier woonde verzetsman Jan van der Haar en z’n gezin.
Jan van der Haar (bakker van beroep, de bakkerij stond aan de Vriezenveenseweg) was een actieve Vroomshoopse verzetsman. Bij hem thuis werden de eerste plannen beraamd voor het formeren van een eigen Vroomshoopse verzetsgroep. Daarbij waren behalve Jan van der Haar ook Jan Nieboer en Evert Vaartje aanwezig.
Een lokale verzetsgroep werd gevormd. De knokploeg Vroomshoop telde direct al zo’n 25 leden. De groep kreeg ook wapens, die onder meer werden aangevoerd vanuit het droppingsterrein Stegeren, waar meerdere Vroomshopers actief waren. Jan van der Haar onderhield ook banden met de KP Twente en van daaruit werd in juni 1944 in Vroomshoop en omgeving een sabotagegroep opgericht.
Samen met Jan de Groot werd Jan van der Haar op 4 december 1944 in de salonwagen aan de Vriezenveenseweg gearresteerd. Jan van der Haar slaagde er nog in om een bericht uit het Huis van Bewaring in Almelo te laten smokkelen, waardoor 12 verzetsmensen van Stegeren snel konden onderduiken. Uiteindelijk is hij samen met Jan de Groot op 2 maart 1945 bij Varsseveld gefusilleerd.
Jan van der Haar is 31 jaar geworden en liet een gezin na, zijn vrouw Emmy en drie nog jonge kinderen.
Op 27 december 1913 wordt Jan van der Haar in Vroomshoop geboren als zoon van bakker Willem van der Haar (Gramsbergen 1879) en Johanna Pannekoek (Amersfoort 1883). Zijn ouders zijn in april 1910 getrouwd. Hij treedt in de jaren dertig in het huwelijk met Engeltje Heijenga (Daarlerveen 1914). Het echtpaar woont in Vroomshoop en krijgt drie kinderen: Willem (1940), Geertje Johanna (1942) en Johannes (1944). Jan van der Haar werkt als bakker bij zijn vader in het bedrijf.
Samen met anderen staat Jan van der Haar aan de wieg van het illegale verzet in Vroomshoop. Hij is zowel lid van de Twentse KP als van de verzetsgroep Salland van de NBS en betrokken als leider bij meerdere sabotageactiviteiten.
De arrestatie:
In november 1944 duiken via Haselhoff drie Belgische militairen van een Special Air Service-detachement onder in een grote woonwagen in de appelhof van Jan de Groot. Ze maken onderdeel uit van het geallieerde leger en zijn rond de Slag om Arnhem boven Drenthe uitgeworpen. Deze mannen hebben al bij verschillende verzetsstrijders in de buurt gebivakkeerd. Via droppings ontvangen ze een zender en er is veel munitie. Van der Haar zit ook in de woonwagen ondergedoken. Hij heeft bij een sabotageactie aan een spoorlijn op 3 september zijn enkel gebroken. Op zondagavond 4 december is ook De Groot in de woonwagen aanwezig. Tot hun schrik worden de mannen plotseling omsingeld door bewakers van Kamp Erika, waaronder de Waffen-SS’er Herbertus Bikker, alias ‘de beul van Ommen’. Er ontstaat een vuurgevecht waarbij de Belgen weten te ontsnappen. Maar Van der Haar kan door zijn been in het gips niet ontkomen. Hij zou De Groot gevraagd hebben bij hem te blijven: “Want als jij weggaat schieten ze mij direct dood.” Samen belanden ze in Kamp Erika en vervolgens in het Huis van Bewaring in Almelo. Zelfs daar blijft Van der Haar moedig en strijdvaardig en verstuurt veel berichten naar buiten. Zijn vrouw kan hem daar geregeld bezoeken. Maar beide mannen worden ter dood veroordeeld en De Kruisberg is hun eindstation. Op 2 maart staan Jan van der Haar en Jan de Groot bij het Rademakersbroek. Op 27 april 1945 worden ze in Vroomshoop begraven.
Bron: de46vanhetrademakersbroek.nl
Gerwin Plaggenmars, secretaris van het 4 mei comité, legde op 4 mei 2020 een roos op het graf van Jan van der Haar. Foto: © Erwin Heuver.